Wie mij denkt te zien is een beginner.
Een beginner in het ontdekken van wat binnen in mij zit.
Het vuur dat aangestoken dient te worden, door iets of iemand, het wacht.
Om mij te kunnen zien, dien je te voelen.
Voelen, om met de trillingen mee te varen naar een fantasievolle omgeving. Een plek waar mijn gedachten de vrije loop krijgen en niemand, vooral ik niet, zijn best doet om ze samen te brengen. Ze zijn er en dat is het. Ze verdwijnen daarna weer net zo snel als dat ze gekomen zijn. In een flits van het licht worden ze teruggezogen de donkere tunnel die soms de naam verlangen en soms de naam onwetendheid draagt.
Het zijn gedachten die niet gedragen worden door iemand, ze hebben geen thuis. Of ze ooit van mij waren is nog maar de vraag, het konden ook spinsels zijn van een herinnering of een illusie.
Om mij te willen zien moet je observeren, zonder te oordelen. Ga eens mee en plaats je handen om mij heen. Deins mee op de golving van mijn woorden en treed bij mij naar binnen.
Wees mij en je wordt de expert.